woensdag 30 januari 2013

Supermarkt

"Liefje, met mij. Ik sta hier voor de groenteafdeling hé, maar nu staat er op je lijstje 'eetrijpe mango'. Hoe ziet zo'n eetrijpe mango er dan uit?" De man naast me staart, met de telefoon aan zijn oor, beduusd naar het schap met groenten, gaat alle vakken langs en leest de bordjes. Ik zucht geërgerd in zijn richting. "Meneer, mango is fruit. U staat voor het schap met groenten."

Zodra de schuifdeuren opengaan, de blower een goor ruikende, kleffe lucht over me heen blaast en het bliepen van de kassa's als a-ritmische herrie mijn gehoorgangen terroriseert, springen mijn nekharen als een peloton soldaten overeind. Een plichtsmatig bezoekje, als aan die jarige oom die je totaal niet mag, maar toch bezoekt omdat je familie bent; zo voelt de supermarkt.
Kinderen die krijsen om een zak chips, hun moeders die er geen raad mee weten en uiteindelijk toegeven omdat ze zich schamen of bang zijn dat ze als een slechte moeder overkomen - terwijl juist dat toegeven een slecht teken is.  Van die karretjes waar het wieltje rechtsvoor klemt en je daardoor tegen een schap of medewerker aanknalt. Hangouderen die op drukste moment van de dag met hun dikke pensioenbillen op hun rollator midden op het pad gaan zitten ouwehoeren met zo'n gratis kopje koffie. Van die arrogante lui die 'och, stond jij ook in de rij?' voordringen en dat je het bijna laat gebeuren omdat je geen zin hebt in ruzie. Opgedirkte moedertjes die, voordat ze hun SUV inladen en het kind naar tennis brengen, na het afrekenen nog even het bonnetje langslopen of de caissière de bonus er wel heeft afgehaald, en daardoor de hele rij ophouden. En dan heb ik het nog niet gehad over de mensen die niet kunnen kiezen tussen een product van het A-merk, het B-merk, het huismerk en het nog-goed-kopere-plofkip-merk of het trieste schap met opwarmmaaltijden.

Er zijn van die dingen op de wereld waar je eigenlijk niet over mag klagen, je niet aan mag ergeren. Zeuren over goorheid van spruiten of rode kool, terwijl ze elders niets anders te eten hebben dan een prutje afgepulkte boomschors en modder. Zeiken over de regen, terwijl we net nog riepen dat alles beter was dan die aangekoekte sneeuw. Schelden op die stoel waar je houten billen van krijgt, terwijl ze in Syrië alle stoelen verbranden om warm te kunnen blijven.  Maar toch: als de supermarkt - die alles heeft wat mijn maagje begeert - een potje 'mens-erger-je-niet' zou zijn, zou ik bij de eerste zet verliezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten